Op donderdag 11 oktober 2018 vond in Spui 25 een publieksbijeenkomst plaats genaamd
Kamp Mauthausen, terreur en verzet. Een internationaal perspectief

Tijdens dit symposium dat georganiseerd was door het NIOD, in het kader van de tentoonstelling Mauthausen-Mordhausen, terreur en verzet, werd onder meer gesproken door de ambassadeur van Oostenrijk, mevrouw Heidemaria Gürer, de heer Frank van Vree, directeur van het NIOD, de heer Ad van Liempt, mevrouw Ivana Ivkovic, en de heer Hubert Smeets.

Alleen al de naam ‘Mauthausen’ boezemde Nederlanders in de oorlogsjaren angst in. Welke rol speelde het concentratiekamp in het Duitse terreursysteem?

Mauthausen, het grootste concentratiekamp in Oostenrijk, had tijdens de Duitse bezetting een afschrikwekkende weerklank in Nederland. De 427 Joodse mannen die tijdens de eerste razzia’s op 22 en 23 februari 1941 in Amsterdam werden opgepakt kwamen in dit kamp terecht. Al snel arriveerden de eerste overlijdensberichten en eind 1941 waren er nog slechts twaalf van hen in leven.

Tot aan de bevrijding op 5 mei 1945 zijn er meer dan 1600 Nederlanders (zowel Joden als politiek gevangenen) in Mauthausen omgekomen. Deze avond hebben we het over de rol van Mauthausen en systematische terreur als middel om verzet te onderdrukken. De sprekers belichten het onderwerp vanuit journalistiek, historisch en filosofisch perspectief, afgewisseld met een compilatie van historische filmbeelden.

Hieronder treft u het relaas van de heer Frank van Vree, directeur van het NIOD. Hiervoor  was hij onder meer decaan van de Faculteit Geesteswetenschappen en hoogleraar Mediastudies aan de Universiteit van Amsterdam en de Erasmus Universiteit, fellow aan het NIAS en gastonderzoeker aan New York University.

 

 

Frank van Vree
KZ Mauthausen en het Duitse terreursysteem1

Ik moet een jaar of 14, 15 zijn geweest toen ik voor het eerst in aanraking kwam met de geschiedenis van kamp Mauthausen. De context: een progressieve middelbare school met veel kritische leraren, in de jaren zestig – of preciezer, kort na 1967, het jaar waarin de kolonels in Griekenland de macht grepen – en wij behandelden in de klas de Mauthausen Cyclus van Mikis Theodorakis, in het Grieks uiteraard, want we werden als gymnasiasten geacht tenminste de kern van deze liederen te kunnen vatten.

Ik was verpletterd – ik kocht onmiddellijk de Griekse LP – en ik zocht thuis in de Sesam Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog (‘onder redactie van mr. G.B.J. Hiltermann’) op wat er in Mauthausen was gebeurd. En ik moet zeggen: het is nog altijd hartverscheurend – de geschiedenis van Mauthausen, uiteraard, maar ook die liederen, op muziek gezet door Theodorakis, die tijdens de Wereldoorlog zelf in het verzet en in de gevangenis had gezeten en ruim twintig jaar later, in 1967, opnieuw achter de tralies werd gezet, maar nu door dat vermaledijde Griekse kolonelsregime.

De teksten, de gedichten, waren geschreven door zijn landgenoot, de film-, toneel- en romanschrijver Iakovos Kambanéllis, gebaseerd op het ooggetuigenverslag dat hij, Kambanéllis, zelf overlevende van Mauthausen, onmiddellijk na de bevrijding van het kamp had geschreven. Pas in de jaren zestig besloot hij zijn manuscript om te werken en uit te geven. De voorpublicatie van het boek, in de nationale krant Eleftheria, veroorzaakte een sensatie – en van het een kwam het ander. Op basis van de memoires schreef hij een aantal gedichten, die vervolgens op muziek werden gezet door Theodorakis, getiteld de Mauthausen Trilogie, of de Ballade van Mauthausen, die voor het eerst werd opgevoerd in Athene in december 1965.

Het is een bijzonder stuk, waar ik graag bij wil stilstaan, met de aanbeveling er ook een keer naar te luisteren. Neem het eerste lied, Asma Asmaton, het Lied der Liederen, waarvan niet alleen de titel is ontleend aan het Oude Testament (het ‘Lied der Liederen’ is immers het Hooglied), maar waaruit ook letterlijk wordt geciteerd:

‘Hoe schoon is mijn geliefde’- τι ωραία που είναι η αγάπη μου.

Asma Asmaton bezingt de hopeloze zoektocht van een jonge mannelijke gevangene naar zijn geliefde in het kamp – het is het verhaal van Kambanéllis zelf, die verliefd was geworden op een Joods-Litouwse medegevangene. Hij2 zingt, in de woorden van de Naardense Bijbelvertaling: ‘De geliefde van mijn ziel, heeft gij die ook gezien?’.

Meisjes van Mauthausen/
meisjes van Belsen/
hebben jullie mijn geliefde niet gezien? 3

En zij antwoorden hem:

Wij zagen haar op het ijskoude plein/
met een nummer op haar witte arm/
met een gele ster op haar hart.

De schoonheid van het gedicht komt nog sterker uit in de gezongen versie – zoals die van de dan nog piepjonge Maria Farantouri in een van de allervroegste uitvoeringen, te vinden op het web.

 

Maria Farantouri live in Pireaus Griekenland 1966

Asma Asmaton gaat over de liefde als overwinning op de dood, wit in de zwartste ellende. Want dat was Mauthausen: de slavenarbeid, de honger, de uitputting, de terreur, de genadeloosheid – poëtisch verwoord in het tweede gedicht in de liederencyclus, Andonis.

Daar op de brede trap/
op de trap der tranen/
in de diepe Wiener Graben/
in de steengroeve der klachten
lopen joden en partizanen/
vallen joden en partizanen/
dragen een blok steen op hun rug/ een blok steen als een kruis des doods

Een joodse gevangene valt, vraagt om hulp

kameraad, kameraad/
help me de trap op te komen

Vergeefs, schrijft de dichter:

… daar op de brede trap/
op de trap der tranen/
is zulk een hulp een hoon/
is zulk erbarmen een vervloeking
De jood valt op de trap/
en de trap kleurt zich rood

Een SS-er draagt Andonis, een sterke man, op om mét zijn eigen steen ook de steen van de joodse gevangene te sjouwen – wat Andonis ook doet, maar niet zonder de SS-er uit te dagen:

als je een man bent, kom dan hier op de marmeren dorsvloer/
dan zullen we vechten op leven en dood.’

Kambanéllis was een van ruim 200,000 gevangenen in het Konzentrationlager Mauthausen. Hij was niet de enige Griek – integendeel. Er zaten er meer dan 1300 Grieken in het kamp en de buitenkampen, onder wie veel politieke gevangenen; de helft zou er de dood vinden. De gevangenen kwamen uit heel Europa, in alle categorieën. Bijgaande kaart laat zien hoe de verdeling globaal genomen was, gemeten naar het totaal aantal gevangenen in de jaren 1938-1945 [met in de zwarte kolommen het aantal overledenen].

Aantallen gevangenen in Mauthausen naar land van herkomst 1938-19454

Maar laten we teruggaan naar het begin. Mauthausen, gelegen nabij het gelijknamige dorp aan de Donau, op 20 km ten oosten van Linz, werd opgericht in april 1938, nog geen maand na de enthousiaste Anschluss van Oostenrijk bij het Derde Rijk.

Het begon als een buitenkamp van een van oudste Konzentrationslager, Dachau, bij München. Het werd in het voorjaar van 1939 zelfstandig, en vanaf dat moment zou het als centraal kamp fungeren voor een complex van vele grote en kleine satellietkampen, door heel Oostenrijk heen. Als we dus over ‘Mauthausen’ spreken, of ‘Mauthausen-Gusen’, dan gaat het meestal over dit hele complex.

De keuze voor de locatie van het hoofdkamp was ingegeven door de aanwezigheid van enkele verlaten steengroeven in de buurt. De gevangenen die aanvankelijk uit Dachau werden overgebracht – voornamelijk veroordeelde criminelen, maar ook zogenaamde ‘asociale elementen’, waaronder de nazi’s o.a. politieke gevangenen, homoseksuelen en andere hen onwelgevallige groepen rekenden – werden hier ‘te werk’ gesteld. Maar dit ‘werken’ stond niet op zichzelf: Mauthausen was geclassificeerd als Klasse III Lager: in zulke kampen was de officiële instructie voor alle categorieën gevangenen Rückkehr unerwünscht (‘terugkeer niet gewenst’).

In de zeven jaar van zijn bestaan zouden in Mauthausen meer dan 200.000 mensen gevangen worden gehouden, waarvan ruim de helft het leven liet, voornamelijk door verhongering, ziekte, algehele uitputting, mishandeling, maar ook in gaswagens en gaskamers. De gevangenen werden door de SS-leiding uitgehongerd, geslagen, gebruikt voor medische experimenten en onderworpen aan het meest slopende werk, vooral in die steengroeven.

De samenstelling van het kamp veranderde door de jaren heen sterk – en dan hebben we het over verandering van land van herkomst, maar ook van ‘soort’ gevangenen. De concentratiekampen bestonden immers uit verschillende categorieën, die op hun kleding een eigen merkteken voerden. Bijgaande dia laat zien welke categorieën de nazi’s onderscheidden – naast, uiteraard, de gele ster voor joodse gevangenen, die in dit overzicht alleen voorkomt in combinatie met andere merktekens.

Merktekens gevangenen in concentratiekampen
(International Tracing Service, Bad Arolsen)

Hoe zeer de verschillende categorieën fluctueerden, laat zich goed illustreren aan de hand van de vrouwelijke gevangenen. Deze vormden een kleine minderheid, maar juist daarom konden ze heel precies in kaart worden gebracht.

In september 1944 waren er 459 vrouwen in het hoofdkamp, waarvan 392 niet-Joodse politieke gevangenen, 38 Jehovah’s getuigen en 29 zogenaamde asocialen. Een half jaar later, in maart 1945, waren er 2.252 vrouwelijke gevangenen in het gehele kampencomplex, waarvan 1.453 niet-Joodse politieke gevangenen, maar nu ook 608 Joodse vrouwen, naast 43 Jehovah’s, 79 Roma en 62 zogenaamde asocialen. 5

Spaanse spandoek bij de bevrijding van Mauthausen. Donald R. Ornitz, US Army (open domein)

Er waren dus fluctuaties in de categorieën gevangenen, maar ook in hun landen van herkomst. Mauthausen begon, zoals we zagen, als een buitenkamp voor Dachau, met veel politieke gevangenen, voor reguliere misdaden veroordeelden en ‘zgn. asociale elementen, vooral uit het Derde Rijk zelf. Maar de jaren daarop ontwikkelde het zich tot een kamp voor politieke tegenstanders van het nazisme en fascisme, uit heel Europa, te beginnen met 23.400 Spaanse Republikeinen die in Frankrijk gevangen waren genomen en van wie meer dan 60% omkwam.
Ook de meesten van de 425 Joodse jongens en mannen die bij de razzia’s op en rond het Jonas Daniël Meijerplein, maar ook in Rotterdam, op zaterdag 22 en zondag 23 februari 1941, waren opgepakt, zouden, voornamelijk via Buchenwald, in Mauthausen terechtkomen. Bijna geen van hen zou de oorlog overleven. De berichten over hun dood (dat gebeurde in die fase nog) – de berichten uit wat ‘Mordhausen’ ging heten – verspreidden zich snel boezemden enorme angst in, met name bij de Joodse bevolking. Die dreiging en de angst hetzelfde lot te ondergaan hebben zonder twijfel bijgedragen aan de ondermijning van de weerstand en het zelfvertrouwen. De vrees voor de mogelijke gevolgen van het negeren van een ‘oproep voor de arbeidsinzet’, door bijvoorbeeld onder te duiken, of zich anderszins verzetten tegen de nazistische vervolgingspolitiek was in 1942-1943 levensgroot – en werd door de Duitsers ook moedwillig gevoed.

Duitse razzia op het Jonas Daniël Meijerplein, Amsterdam, 22 februari 1941.
Bij deze actie werden 247 Joodse mannen en jongens gearresteerd. Slechts
twee van hen overleefden de oorlog. © NIOD

Vanaf eind 1941 veranderde de bevolking van Mauthausen opnieuw, vooral door de komst van Sovjet krijgsgevangenen – uiteindelijk de grootste groep in het kamp – en politieke tegenstanders uit veel verschillende landen, waaronder Frankrijk, Servië, Nederland, Joegoslavië en Griekenland. Met dit grote aantal tegenstanders uit zeer verschillende landen onderscheidde Mauthausen zich tot 1942 van de meeste andere kampen. Pas het laatste jaar steeg het aantal Joodse gevangenen: zij vormden aanvankelijk een kleine minderheid van minder dan 3000, tot het laatste oorlogsjaar, toen de kampbevolking enorm groeide door de komst van Joodse gevangenen, vooral uit Polen en Hongarije; in de laatste maanden kwamen daar nog de overlevenden van de beruchte dodenmarsen van geëvacueerde vernietigingskampen bij – waaronder jonge Max Moszkowicz, de later beroemde advocaat, die op donderdag 25 januari 1945 in Mauthausen aankwam – en zich daar op slimme manier ontdeed van zijn geregistreerd Jood-zijn, zoals we hebben kunnen lezen in zijn door Marcel Haenen geschreven biografie. 6

Belangrijkste concentratiekampen in Europa (USHM)

Die verschuivingen weerspiegelen de ontwikkelingen en de behoeften van het Derde Rijk, zoals waargenomen door Heinrich Himmler, leider van de SS en architect van het KL-systeem.7 Het begon er mee dat hij de vrijlating van politieke tegenstanders, in 1933, ‘gekkenwerk’ vond: de krachten van het ‘georganiseerde Untermenschentum’ die de Duitse natie bedreigden, moesten met alle middelen worden bestreden – communisten, socialisten, vrijmetselaars, zigeuners, criminelen, priesters, jehova’s, asocialen en, bovenal, joden. Werkkampen zouden een geschikt middel vormen om deze elementen te neutraliseren en tegelijk productief te maken .

En zo zou iedere nieuwe fase in de oorlog nieuwe Untermenschen als werkkrachten opleveren: verzetsstrijders en partizanen uit verschillende delen van Europa, Poolse gevangenen en Russische krijgsgevangenen – die ook elders massaal in kampen werden ondergebracht, als onderdeel van het veilig stellen van het net verworven Germaanse Lebensraum. Polen, Russen en andere Slavische Untermenschen zouden daar ter werk worden gesteld, met als doel ‘vernietiging door arbeid’ ten dienste van het Derde Rijk.

Het kampsysteem beantwoordde aan Himmlers droom: enerzijds de vorming van een zuivere, gezonde en homogene nationale gemeenschap, ontdaan van ‘volksvijandige’ en ‘volksvreemde’ elementen, en anderzijds een oppermachtig Duitsland, dat zou heersen in Europa en de minderwaardige volken uit het oosten aan zich zou onderwerpen.

Uiteindelijk zijn er tussen 1933 en 1945 meer dan 2,3 miljoen mannen, vrouwen en kinderen in de concentratiekampen van de SS terecht gekomen. Het overgrote deel, naar schatting 1,7 miljoen, kwamen daarbij om het leven, waarvan bijna een miljoen Joden in Auschwitz. Van de overige 0,7 miljoen stierf bijna 15% in Mauthausen.

De geschiedenis van dit kamp en zijn gevangenen, getekend door martelingen en vernederingen, meedogenloze terreur en weerzinwekkende medische experimenten, dit toneel van een rigoureuze ontmenselijking van slachtoffers – maar ook van daders – verdient het om bestudeerd en besproken te blijven.

Maar dat geldt óók voor de pogingen om midden in die hel iets van de menselijke waardigheid en solidariteit te bewaren, ja zelfs iets van de liefde die Farantouri zo hartverscheurend bezong.


1 Inleiding gehouden op symposium Kamp Mauthausen, terreur en verzet. Een internationaal perspectief, Amsterdam 11 oktober 2018.

2 In de Nederlandse versie, vertaald door Lennaert Nijgh en gezongen door Liesbeth List, die eind 1967 verscheen, is het geslacht van de protagonist verwisseld: de vrouw zoekt de man, en niet andersom. Over deze vertaling: Leo Ross, ‘Mauthausensongs’, De Gids 133 (1970) pp. 220-226.

3 Ik volg hier verder de vertaling van Ross.

4 Kaart ontleend aan https://www.mauthausen-memorial.org/en/History/The-Mauthausen-Concentration-Camp-19381945/Groups-of-Prisoners [10 oktober 2018]. De dertien landen toen, in 1945, zijn er nu meer dan twintig.

5 https://encyclopedia.ushmm.org/content/en/article/mauthausen-prisoners [11 oktober 2018]

6 Marcel Haenen, De bokser. Het leven van Max Moszkowicz. Amsterdam: Querido 2018.

7 Frank van Vree, ‘Himmlers droom’, De Groene Amsterdammer 15 april 2015.

 


 

 

Tevens treft u hier de speech mevrouw dr Heidemaria Gürer, ambassadeur van Oostenrijk.

 

Geachte heren Van Vree en Somers van het NIOD,

geachte voorzitter van het Internationaal Mauthausen Comité, Guy Dockendorf, geachte Marjon de Klijn, voorzitter van de Stichting Vriendenkring Mauthausen, geachte mevrouw Ivkovic,

geachte heren Van Liempt en Smeets,

dames en heren!

 Twee weken geleden vond de opening plaats van de tentoonstelling MAUTHAUSEN – MORDHAUSEN: CONCENTRATIEKAMP EN PLEK VAN HERINNERING in het NIOD. Ik kon daar door onvoorziene omstandigheden helaas niet bij zijn, maar ik heb gehoord dat mijn politiek adviseur, Andreas de Valk, op uitstekende wijze de honneurs heeft waargenomen.

 Vanavond is hier dan deze publieksbijeenkomst over Mauthausen getiteld KAMP MAUTHAUSEN, TERREUR EN VERZET.  Ik verheug me dat ik nu wél even het woord tot u mag richten.

Morgen tot en met zondag is er overigens  ook nog de grote conferentie van het Internationale Mauthausen Comité, het CIM, hier in Amsterdam. In het CIM zijn maar liefst 21 landen vertegenwoordigd. Het is voor de allereerste keer dat de bijeenkomst in Nederland plaatsvindt.

Het is geen toeval dat het concentratiekamp Mauthausen ineens weer op de radar van de Nederlandse herinneringscultuur zichtbaar is. Het is vooral te danken aan één persoon: Marjon de Klijn.

Zij heeft als nieuwe voorzitter van de Stichting Vriendenkring `Mauthausen´  deze  Nederlandse Mauthausen-organisatie niet alleen van de ondergang gered, maar ook een enorme impuls gegeven aan het onder de aandacht brengen van

dit vernietigingskamp. Dit vernietigingskamp met de voor Nederland en de Nederlanders een even belangwekkende als lugubere reputatie.

Vorige maand heb ik namens de Oostenrijkse Bondspresident Alexander Van der Bellen mevrouw De Klijn het Gouden Ereteken van Verdiensten voor de Republiek Oostenrijk mogen opspelden, als waardering voor haar inzet in de afgelopen jaren.

Die inzet geldt ook het aanhalen van de banden met de Oostenrijkse Mauthausenorganisaties, met collega-comités en niet te vergeten met de Oostenrijkse ambassade in Den Haag.

 Als uitvloeisel van dat laatste zal volgend jaar april voor het eerst de jaarreünie van de Stichting Vriendenkring `Mauthausen´ in mijn ambtswoning in Den Haag plaatsvinden. Een voorbeeld van verzoening en gezamenlijk optrekken op basis van die inktzwarte bladzijden uit het verleden.

Jaartallen met een acht erin hebben in de Oostenrijkse geschiedenis altijd een bijzondere rol gespeeld: 1848, 1918, 1938, 1968.

Daarvan is 1938 ontegenzeggelijk het jaar met verreweg de meest bittere en donkere gevolgen: Het luidde een tijdperk in van onteigening, deportaties, ongekende geweldsexcessen, oorlog en industriële massamoord.

Dit jaar herdenkt Oostenrijk die machtsovername door de nationaalsocialisten, 80 jaar geleden, de zogenaamde „Anschluss“.

In het Oostenrijkse regeerakkoord staat over die machtsovername, ik citeer:

 Deze gebeurtenis, die met veel leed verbonden was en een wezenlijke stap betekende in de richting van één van de grootste tragedies in de wereldgeschiedenis, dient in een waardig en respectvol kader herdacht te worden. Oostenrijk erkent zijn medeplichtigheid en medeverantwoordelijkheid.

Wij willen vooral diegenen herdenken die tengevolge daarvan geconfronteerd werden met verschrikkelijk leed en onheil en we willen een duidelijk signaal afgeven tegen iedere vorm van antisemitisme“ einde citaat.

 Het culminatiepunt van dat verschrikkelijke leed en verschrikkelijke onheil, waar het regeerakkoord over rept is zonder twijfel: Mauthausen.

Het is dan ook een plek van terreur, waarvan Oostenrijk wil dat iedere scholier daar tenminste één keer in zijn of haar schooltijd is geweest. Ikzelf bezocht het kamp ook, als jong meisje. Ik maakte kennis met de onbeschrijflijke wreedheden die mensen andere mensen daar hebben aangedaan en ik kon het op die leeftijd allemaal nauwelijks bevatten.

Maar dat bezoek heeft mij wél voor ééns en voor áltijd gewonnen voor de overtuiging: NOOIT MEER!

Het heeft mijn ogen geopend voor wat er kan gebeuren als we niet in verzet komen tegen intolerantie, rassisme, xenofobie, maar ook tegen eerste tekenen van ontdemocratisering en aantasting van de rechtsstaat.

Dames en heren, ik heb beloofd het niet te lang te maken en wil eindigen met een citaat van onze huidige bondspresident, Alexander Van der Bellen. Ik noemde hem eerder al even.

Hij zei in een herdenkingstoespraak afgelopen maart, ik citeer:

 „Vandaag de dag zegt menig-een, we zijn toch al véél te ver verwijderd van de gebeurtenissen van toen. Velen, ja de meesten van ons waren toen nog niet eens geboren. We hoeven de geschiedenis niet weer op te rakelen, wordt gezegd. Maar als dat zo zou zijn, wanneer is het dán de juiste tijd om ons te buigen over de vreselijkste misdaden uit de geschiedenis van de mensheid?

Wanneer?

Het antwoord is heel eenvoudig: gisteren, vandaag, morgen!

Want er is géén excuus voor zelfgekozen onwetendheid, voor het wegkijken, voor historische ontkenning of zelfs maar relativering. Dat we het allemaal niet hadden kunnen weten, dat hebben we maar al te vaak gehoord.

Vandaag de dag hebben we de mogelijkheid om het te weten. Daarom moeten we ons die kennis eigen maken. En we mogen de ogen, de oren er niet voor sluiten!“  Einde citaat.

Dat, wat er in Mauthausen is gebeurd, mogen we nóóit aan de vergetelheid prijsgeven.

En het is precies om die reden, dat ik mijn grote waardering wil uitspreken voor al diegenen in onze landen, die er alles aan gelegen is, om Mauthausen in ons blikveld te houden, zoals Marjon de Klijn met haar organisatie en het NIOD dat hier vanavond laten zien.

Ik wens u een goede bijeenkomst toe!  

Dank u wel!

Sorry, the comment form is closed at this time.